Knoppen en gebaren gebruiken om de Apple Watch te bedienen

Je kunt de Apple Watch bedienen met de Digital Crown, de zijknop, de actieknop en gebaren.

De Digital Crown draaien of erop drukken

Druk om de wijzerplaat of het beginscherm te zien.
Druk tweemaal om de appkiezer te openen.
Houd ingedrukt om Siri te gebruiken.
Draai om in of uit te zoomen, te scrollen of aan te passen wat er op het scherm wordt weergegeven.
Draai bijvoorbeeld vanaf de wijzerplaat om de slimme stapel te openen of meldingen te zien.
Houd ingedrukt om het scherm te ontgrendelen na een work-out in water.

Tikken: Raak het scherm kort aan om een knop of onderdeel te selecteren. Als je op het scherm van een Apple Watch-model tikt waarop is ingesteld dat de wijzerplaat en de tijd altijd moeten worden weergegeven, krijgt het scherm de maximale helderheid.
Vinger op scherm houden: Houd je vinger op het scherm om bijvoorbeeld de wijzerplaat te wijzigen of opties in een app te zien.
Vegen: Beweeg één vinger over het scherm: omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Je kunt bijvoorbeeld door foto's bladeren of een kaart verschuiven en erop in- en uitzoomen.
Slepen: Verplaats een onderdeel over het scherm zonder je vinger op te tillen. Je kunt bijvoorbeeld je apps in de rasterweergave anders ordenen.
Bedekken voor stilhouden: Bedek het scherm met je handpalm om snel meldingen stil te houden.
Dubbel tikken: Op ondersteunde modellen kun je twee keer met je wijsvinger op je duim tikken om bijvoorbeeld de telefoon aan te nemen, een bericht te beantwoorden, je slimme stapel te bekijken en er doorheen te scrollen, en door ondersteunde apps te scrollen.

Nuttig?