Voorkeuren instellen op clientcomputers met Remote Desktop
Je kunt diverse voorkeuren instellen op clientcomputers, zoals de opstartschijf en het tijdstip waarop de computer moet worden opgestart.
De opstartschijf instellen
Je kunt de opstartschijf voor een clientcomputer instellen. Op de opstartschijf moet een geldig besturingssysteem zijn geïnstalleerd. Om het opstartvolume voor meerdere computers in te stellen op een lokaal volume, moet je voor alle computers hetzelfde volume gebruiken.
Selecteer in Remote Desktop een computerlijst in de navigatiekolom van het hoofdvenster, selecteer een of meer computers en kies 'Beheer' > 'Stel opstartschijf in'.
In de lijst zie je de lokale volumes van de client.
Kies een lokaal volume op de client, selecteer 'Harde schijf', klik op 'Wijzig' en voer de naam van het gewenste volume in.
Selecteer 'Herstart na afloop'.
Je moet beheerdersbevoegdheden hebben op de clientcomputer.
Klik op 'Stel in'.
Nadat het opstartvolume is ingesteld, wordt de clientcomputer opnieuw opgestart.
Computernamen wijzigen
Je kunt de naam van een clientcomputer wijzigen.
Je kunt diverse computers dezelfde nieuwe naam geven, waarbij de naam wordt gevolgd door een cijfer. Dit is handig om clientcomputers van elkaar te kunnen onderscheiden nadat een volledige systeeminstallatie is uitgevoerd. Wijzigingen in de naam van een computer hebben geen gevolgen voor de lokale hostnaam of de DNS-naam.
Selecteer in Remote Desktop een computerlijst in de navigatiekolom van het hoofdvenster, selecteer een of meer computers en kies 'Beheer' > 'Wijzig computernamen'.
Voer de nieuwe computernaam in.
Selecteer 'Voeg een uniek nummer voor elke computer toe'.
Met deze optie wordt achter aan de computernaam een uniek nummer toegevoegd.
Klik op 'Wijzig naam'.
De audio van computers in- en uitschakelen
Je kunt de audio van clientcomputers in- en uitschakelen. Je kunt bijvoorbeeld de audio van meerdere computers waarop muziek wordt afgespeeld dempen of de audio op één externe computer inschakelen.
Om de audio van computers in of uit te schakelen, gebruik je AppleScript en het UNIX-commando osascript
. Zie Commando's op afstand uitvoeren voor informatie.
Selecteer in Remote Desktop een computerlijst in de navigatiekolom van het hoofdvenster, selecteer een of meer computers en kies 'Beheer' > 'Verstuur UNIX-commando'.
Kies een UNIX-sjabloon.
Klik op het venstermenu 'Sjabloon', kies 'Diversen' > 'Volume aan' of 'Diversen' > 'Volume uit' en klik vervolgens op 'Verstuur'.
Energiestand-voorkeuren wijzigen
Je kunt de instellingen en opties in het paneel 'Energiestand' in Systeemvoorkeuren wijzigen. Je kunt bijvoorbeeld alle clients tegelijkertijd in de sluimerstand zetten of de sluimerstand op clients uitschakelen om ze met Remote Desktop te beheren.
Je kunt de Energiestand-voorkeuren wijzigen met het UNIX-commando systemsetup
. Zie Informatie over systemsetup voor informatie.
Selecteer in Remote Desktop een computerlijst in de navigatiekolom van het hoofdvenster, selecteer een of meer computers en kies 'Beheer' > 'Verstuur UNIX-commando'.
Kies een van de Energiestand-onderdelen uit de sjabloon van 'Systeemconfiguratie':
Schakel sluimerstand van systeem in na
Sluimertijd beeldscherm
Sluimertijd harde schijf
Schakel sluimerstand uit bij netwerktoegang
Start opnieuw op na stroomstoring
Wijzig, nadat je een commando hebt geselecteerd, de parameters die in het venster worden weergegeven en klik op 'Verstuur'.
De voorkeuren voor delen wijzigen voor extern inloggen
Je kunt de voorkeursinstelling voor delen wijzigen, inschakelen of uitschakelen voor een externe computer.
Je kunt de voorkeursinstelling voor delen wijzigen voor extern inloggen met behulp van het UNIX-commando systemsetup
. Zie Informatie over systemsetup voor informatie.
Selecteer in Remote Desktop een computerlijst in de navigatiekolom van het hoofdvenster, selecteer een of meer computers en kies 'Beheer' > 'Verstuur UNIX-commando'.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Systeemconfiguratie' > 'Extern inloggen (SSH)' uit het venstermenu 'Sjabloon' en schakel extern inloggen in of uit.
Voer het volgende commando in:
systemsetup -setremotelogin (on | off)
Selecteer vervolgens 'Gebruiker' onder 'Voer commando uit als' en typ 'root'.
Klik op 'Verstuur'.