Een externe taakserver configureren in Remote Desktop
Een toegewezen externe taakserver fungeert als een altijd actieve, geautomatiseerde beheerderscomputer.
Vanaf de taakserver worden pakketten geïnstalleerd en clientinstellingen gewijzigd zonder dat daarvoor rechtstreekse besturing vanuit de Remote Desktop-app plaatsvindt. Je kunt ook pakketten installeren en instellingen wijzigen op clients die momenteel niet beschikbaar zijn in het netwerk. Hiertoe bewaar je de taak in een wachtrij totdat de clientcomputer beschikbaar komt.
Op de taakserver worden ook gegevens verzameld van Remote Desktop-clients en de server fungeert als centrale opslag van rapportgegevens in cache.
Voorbereidingen voor het gebruik van een externe taakserver
Voordat je met een externe taakserver het beheer gaat automatiseren, moet je controleren of de netwerkinstellingen en de infrastructuur op de juiste wijze zijn geconfigureerd.
Controleer de netwerkinstellingen op de server.
De server moet een statisch IP-adres hebben.
Controleer de firewall-instellingen op de server.
De firewall moet communicatie tussen de server en de IP-adresgroepen van de clients op TCP- en UDP-poort 3283 toestaan. Als je TCP-poort 5900 opent, kun je bovendien clients beheren.
Als je gebruikmaakt van een NAT-router (Network Address Translation), leid je de TCP- en UDP-poorten 3283 en 5900 door naar de computer die als taakserver fungeert. Leid andere unieke poortparen door naar clients die zich achter de NAT-router bevinden.
Zie Richtlijnen voor NAT-routers voor informatie over het gebruik van NAT.
Ping de server vanaf de clients en maak verbindingen op de juiste poorten. Je kunt ook gebruikmaken van het netwerktestrapport.
Scan vanaf de server het IP-adresbereik van de clients en vraag de netwerkpingresultaten voor een aantal clients op.
De externe taakserver configureren
Om de database van een andere Remote Desktop-beheerderscomputer te gebruiken, moet je deze toegankelijk maken voor andere Remote Desktop-beheerders. De standaardtaakserver is de computer waarop je Remote Desktop hebt geïnstalleerd.
Bepaal waar je de gegevens wilt bewaren: op de beheerderscomputer of op een externe computer. De database wordt standaard opgeslagen op de beheerderscomputer, maar je kunt deze locatie wijzigen en een speciale externe taakserver configureren. Zorg ervoor dat deze computer altijd aan staat en dat de sluimerstand nooit wordt ingeschakeld.
Installeer Remote Desktop
op een computer waarop je de taakserver wilt hosten.Nadat het installatieprogramma is voltooid, open je Remote Desktop en configureer je het met de configuratie-assistent.
Wanneer je wordt gevraagd of je een andere computer als taakserver wilt gebruiken, laat je de standaardinstelling staan. De standaardinstelling geeft aan dat je geen andere taakserver gebruikt.
Wanneer je de stappen van de configuratie-assistent hebt doorlopen, configureer je de taakserver van deze server.
Kies 'Remote Desktop' > 'Voorkeuren' > 'Taakserver'.
Selecteer 'Gebruik de taakserver op deze computer' en 'Sta externe verbindingen met deze server toe'.
Selecteer een scanner en scan het netwerkbereik van je clientcomputers om te controleren of de computer de clientcomputers kan vinden.
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Delen', klik op 'Extern beheer' en schakel vervolgens extern beheer in. Klik op 'Opties' en selecteer de toegangsbevoegdheid 'Rapporten aanmaken' voor de taakserverbeheerders.
Bij deze instelling werkt de taakserver ook wanneer Remote Desktop niet is geopend.
Zie Informatie over toegangsbevoegdheden voor informatie.
Om deze server als exclusieve taakserver voor je clients in te stellen, voeg je de server toe aan de lijst met goedgekeurde taakservers van de client.
Zie Clients beperken tot een bepaalde taakserver van Remote Desktop voor informatie.
Een beheerderscomputer configureren voor gebruik van de externe taakserver
Vanaf een beheerderscomputer kun je query's op de externe taakserver uitvoeren. Maak een reservekopie van de rapportgegevens op de taakserver, niet op de beheerderscomputer.
Kies 'Remote Desktop' > 'Voorkeuren' in Remote Desktop
op de beheerderscomputer.Klik op 'Taakserver', selecteer 'Gebruik externe taakserver' en voer de volledige domeinnaam of het IP-adres van de taakserver in.
Klik op 'Rapportage' en geef vervolgens aan welke typen rapportgegevens je wilt aanmaken en wanneer je die wilt aanmaken.