De Dertigjarige Oorlog (1618-’48) ontketende in Europa een ware geweldsgolf en betekende een keerpunt in de Europese geschiedenis. Als het christelijke geloof werkelijk over liefde ging, zo was de gedachte, hoe kon het dan dat christenen in staat waren tot zo’n slachting?

Het is een van de vragen waarover men zich zou buigen tijdens de Verlichting, een periode waarin men de morele en ethische pijlers van de mensheid opnieuw onder de loep nam en die ongeveer de achttiende eeuw besloeg. Het was ook de tijd waarin een van ’s werelds bekendste geheime genootschappen voet aan de grond kreeg: de vrijmetselarij.

De Verlichting: een breuk met de kerk

Onder aanvoering van een kleine groep intellectuelen – onder wie de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza en de Engelse natuurkundige Isaac Newton maar ook de Duitse filosoof Immanuel Kant en de Franse filosoof Denis Diderot – bracht de Verlichting grote veranderingen teweeg. Zo leidde het gedachtegoed onder andere tot de Franse Revolutie en de Belgische Revolutie.

Verlichte denkers waren van mening dat de kerk het beoefenen van onafhankelijke wetenschap dwarsboomde, en daarmee het welzijn van de mens in de weg zat. De verwoestingen van de Dertigjarige Oorlog, het juk van de inquisitie en de gewelddadige onderdrukking van protestanten dienden immers maar één doel: de macht van de kerk in stand houden. Tijdens de Verlichting beseften steeds meer mensen dat de maatschappelijke vooruitgang van de eeuwen daarvoor tot stilstand was gekomen.

De geschiedenis van de vrijmetselarij

Die opvatting spoorde mensen aan om zich te verenigen in de vrijmetselarij, een genootschap dat door de eeuwen heen zou vertakken in verschillende verwante groepen. Als niet-religieus en niet-politiek genootschap hield de vrijmetselarij zich bezig met het vaststellen van nieuwe morele en spirituele waarden en probeerde ze volgelingen aan te moedigen deze in het dagelijks leven uit te dragen. Deze waarden werden onderwezen aan de hand van verschillende ceremonies en rituelen, waardoor leden gestaag in rang konden stijgen.

Hoewel de vrijmetselarij inmiddels behoort tot ’s werelds bekendste geheime genootschappen, is de ontstaansgeschiedenis niet helemaal duidelijk. Aangenomen wordt dat de organisatie al in de Middeleeuwen werd opgezet door metselaars of steenhouwers die, in tegenstelling tot veel andere burgers, de middelen hadden om te reizen. Dit droeg eraan bij dat de metselaars er een liberaal wereldbeeld op nahielden.

Bovendien leefde er onder het metselaarsgilde een sterk gevoel van broederschap. Leden van het geheime genootschap konden verschillende rangen verwerven, zoals ‘leerling’, ‘gezel’ en ‘meester’. Deze hadden hun oorsprong in het gildewezen en bestaan nog altijd. Ook de symbolen, zoals de hoeksteen en winkelhaak, werden overgenomen door de vrijmetselaars.

De vrijmetselarij in Nederland en België

Door de eeuwen heen zijn vrijmetselaars vaak onderdrukt door autoritaire regimes en de kerk, uit angst dat de vrijdenkersidealen hun gezag zouden ondermijnen. Wat er in de loges, zoals de plaatselijke afdelingen van de vrijmetselarij worden genoemd, wordt besproken blijft immers binnenskamers: de werkplaats of tempel, de afgesloten zaal waar de leden samenkomen, is een plek waar de leerlingen, gezellen en meesters vrijuit kunnen spreken.

De vrijmetselarij is tegenwoordig een bloeiende organisatie met afdelingen over de hele wereld. In Nederland was de vrijmetselarij aanvankelijk alleen toegankelijk voor mannen, maar vanaf het begin van de negentiende eeuw ontstonden er steeds meer loges waar ook vrouwen welkom waren. De vrijmetselarij bestaat nog altijd in de Lage Landen. Vooral in België telt de organisatie relatief veel leden.

Wil je meer weten over de vrijmetselarij, de rol van symboliek en wat er tijdens hun bijeenkomsten wordt besproken? Wij gingen op bezoek bij een loge in Amsterdam en maakten er een podcastaflevering over die je hier kunt beluisteren.